Tekst: Willy Abbink
Muziek: Nico Ressing
In 1985 stond de laatste stadsboer van Groenlo centraal in de carnavalsschlager van de carnavalsvereniging De Knunnekes. Het was Willemken Anten uit de Rabeldersteeg. Achter zijn huis had hij een kleine stal waarin hij een paar varkens hield die in november op de ouderwetse manier geslacht werden. Wanneer je dan langs zijn huis liep kon het maar zo gebeuren dat je een geslacht varken op een ladder tegen de zijkant van zijn huis zag hangen. Hij werkte zo’n zestig jaar als houtzager bij de Stoomhoutzagerij Nahuis (Noasman) waar nog met een stoommachine de zagen werden aangedreven. Hij stopte met het werk want zo zei hij: “Het ging neet meer zo best”. Daarna sjokte hij nog dagelijks met zijn houten kruiwagen en pruimtabak in de mond naar Groeneweg waar hij nog een stukje land had liggen.
Bi’j ons in de binnenstad
Bi’j ons in de binnenstad
He’w nog enen boer en dat is toch wal wat
In de Rabeldersteege woont hee menig jaar
Doar geet hee neet weg geleuf dat maar.
Een paar varkens hollen dat lukken ‘m nog best
Ook al had’n de buren wal ’s last van de mest
Moar doar trok ons Willemken zich toch niks van an
Hee zei: “Doar went ze wal nekere an
en at ze ’t neet wilt roeken dan holt ze de neus maar dicht
of holt zich maar ne rooien zakdoek veur ’t gezicht”
refrein
Ok in zien stamcafeetje kö’j Willem vake zeen
Want in den Langen Gang doar kent Willem iedereen
Doar pröt hee met Tone, Frensken of Gait-Jan
en van zien pommerensken hölt hee van.
Dan zei’e dat-e al zestig jaar bi’j Noasman was ‘ewes
Toon bun’k d’r met ‘gestopt, want ’t ging neet meer zo best.
refrein
Willemken is noo tachtig, zien Hanne dut ’t wark
en praten dut-e völ, want daarin is-e heel stark
’n olden kruiwagen nemt-e vake in de hand
In de Greuneweg doar hef-e nog wat land
En dan spei’jt hee de proeme an de kante van de weg
Da’s good veur hart en nieren zoals Willemken zeg.
refrein